Samen is niet alleen

23 juni 2021

Op een muisgrijze, natte ochtend, stapte ik in binnen in een Eindhovense zorginstelling waar Bert een aantal dagen geleden was overleden. Vandaag was de uitvaart en werd hij uitgeleide gedaan vanuit zijn woongroep. Hij was een groot PSV-fan geweest met een hart van goud. Berucht en bekend was hij geweest in de kroegen in de binnenstad. Zijn leven had als resultaat twee ex-vrouwen, waarvan de laatste in een warm en ver oord opgedoken. Met volle overtuiging hadden de beide dames na verloop van tijd de strijdbijl begraven en gezorgd voor die rare snoeshaan, hun Bert, toen het niet meer langer zelf ging.

Verhalen kwamen los over hem, de laatste dagen tijdens de rouwbezoeken. Hoe hij op kon scheppen over zijn kinderen die, zo vertelde hij met een bulderende lach, met veel plezier waren verwekt. Dat het hen goed ging en dat dit vaker niet dan wel aan hem te danken was geweest. Hoe hij ze had geleerd van iedere dag te genieten, maar er ook ingewreven had daarbij het verstand te gebruiken. Iets wat hem vaak niet was gelukt. Een kleurrijke vader en persoon was hij zeker voor hen geweest. Met het bonte gezelschap van vrienden en andere bijzondere vogels die hij om zich heen had verzameld had hij geleefd én gefeest alsof er géén nieuwe dag meer zou komen. Dit zorgde uiteindelijk voor gaten in zijn geheugen en aftakeling. Vroeger stond hij versteld van wat zijn ex-vrouwen konden onthouden om tegen hem te gebruiken wanneer hij weer eens gigantisch over de schreef was gegaan. Zo begrepen zij op hun beurt de afgelopen jaren heel goed wat hij allemaal was vergeten. Het was meestal niet eens een Ruttiaans selectief geheugen grapten zij tegen elkaar om de moed er toch een beetje in te houden vandaag.

De afdeling was onrustig en bedrukt, alsof de bewoners aanvoel- den dat er een bijzonder moment was aangebroken. Op de gang stond een aantal bewoners verzameld waarvan één mij staande hield.

Dit was zijn ‘maot’ op de woongroep met wie Bert heel wat afliep in hun gezamenlijke onrust, vertelde ex-vrouw nummer één. ,,Ik ben ook een rood-witte, witte gij da?” Wazig keek hij me aan met zijn hand op mijn schouder. Zijn maat, wat een verlies voor hem. Met een blik richting het illustere vrouwelijke duo be greep ik dat zijn aanwezigheid gewenst was, en ik nam hem bij de hand richting de kist van Bert. Met zijn vrouwen achter de kist en zijn maat links daarvan liepen we de kamer uit richting de zitgelegenheid waar de medebewoners zaten. We stonden stil en zachtjes zong ik het clublied. Steeds iets meer en duidelijker zong zijn vriend, en daarna de medebewoners, mee. ,,Er komen tijden van veel tegenslag, dan zullen wij tonen wat vriendschap vermag. De strijd zal ontbranden, eenieder vecht mee, vooruit Bert, vooruit PSV.” De vrouwen van Bert, geen overtuigde voetballiefhebbers, lieten een traan. Samen is niet alleen.

Heeft u vragen of wilt u iets met mij delen naar aanleiding van deze column, dan nodig ik u van harte uit om te reageren op: doodgewoon@bijnen.nu